Het blijkt dat gewoon water uit de kraan gemakkelijk verschillende objecten (lucifers, papier, sterretjes, enz.) In brand kan steken. Denk je een grapje? En nee! Dit kan eenvoudig worden gecontroleerd als u een klein experiment uitvoert.
Giet hiervoor gewoon kraanwater in een kleine glazen kolf. In het bovenste gedeelte wordt de kolf afgesloten met een rubberen stop (stop), waardoor een koperen buis passeert die in het midden in ringen is gedraaid.
Een beetje theorie
Om vuur te krijgen, heb je drie hoofdcomponenten nodig: warmte, brandstof en zuurstof. Het is een bekend feit dat water een hoge warmtecapaciteit heeft. Met andere woorden, water geleidt warmte zeer goed en neemt het snel weg van andere objecten waarmee het in contact komt. Daarom, wanneer water wordt overspoeld met vuur, sterft het op natuurlijke wijze uit.
In de omringende natuur gaat warmte altijd over van een warmer object naar een minder verwarmd object. Uit deze regel kunnen we concluderen dat als het water wordt verhit boven de ontstekingstemperatuur van het materiaal, de vloeistof zelf warmte afgeeft en deze niet opneemt.
De belangrijkste fasen van het experiment
Allereerst moet je het water in een glazen kolf aan de kook brengen - en hiervoor kun je een stuk droge alcohol gebruiken. Wanneer het water kookt, moet je het boven de ontstekingstemperatuur van het materiaal verwarmen.
Om dit te doen, verwarmen we de spoel op de koperen buis met een gasbrander. Zo krijgen we oververhitte stoom, die ontvlambare materialen (papier, lucifers, enz.) Kan ontsteken.
Door de richting van de temperatuurgradiënt te veranderen, kan vuur worden verkregen uit water.